Voedingsadvies bij leververvetting (deel 2)
Elke maand geef ik een aantal adviezen rond hetzelfde thema, dezelfde ziekte of aandoening. In de maand augustus schrijf ik over niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), de meest voorkomende leverziekte in onze westerse wereld op dit moment.
Wat NAFLD precies is, hoe het ontstaat en wat je er zoal kan aan doen, dat las je al in mijn vorige blog. Hier geef ik wat advies over levervriendelijke voeding.
Voeding tegen leververvetting
Voeding speelt uiteraard een zeer belangrijke rol, want in je lever worden heel wat voedingsstoffen verwerkt. Vooral bepaalde vetten en sommige suikers zijn hierbij van belang. Om onze lever te beschermen tegen vervetting eten/drinken we best:
· Voldoende meervoudig onverzadigde vetzuren en zo weinig mogelijk verzadigde vetzuren en transvetzuren;
· Zo weinig mogelijk fructose (vooral industrieel toegevoegde fructose).
Wat is dat nu weer?
Vetten en vetzuren
Vetten bestaan uit verschillende soorten vetzuren. Onverzadigde vetzuren hebben een gunstig effect, verzadigde vetzuren een ongunstig effect op onze gezondheid. Dierlijke voedingsmiddelen bevatten vetten met vooral verzadigde vetzuren (behalve vette vis!). Plantaardige voedingsmiddelen met vet daarentegen, zijn vooral rijk aan onverzadigde vetzuren (behalve kokosvet, palmvet en cacaovet!). Voor je lever (en andere organen) kies je dus liefst voor plantaardige vetten, zoals avocado, noten, zaden en pitten of de oliën/margarines die ervan worden gemaakt. Vermijd (echte) boter en room zoveel mogelijk. Transvetzuren ontstaan bij in de voedingsindustrie bij gedeeltelijke verharding van oliën. Dat wordt nu gelukkig steeds minder gedaan. Helaas bevatten industrieel gemaakte producten vaak nog altijd veel dierlijke vetten en/of palmvet. Denk hierbij aan koekjes en gebak en andere lekkere maar voedingskundig nutteloze snacks. Meer en betrouwbare informatie over vetten in de voeding vind je op: https://www.gezondleven.be/themas/voeding/focus-op-voeding-niet-voedingsstoffen/voedingsstoffen/vetten
Suikers en fructose
Niet alle suiker is fructose. Fructose komt van nature vooral voor in fruit en wordt daarom ook wel vruchtensuiker of fruitsuiker genoemd. Fruit eten is en blijft wel gezond, zolang we niet overdrijven. Twee à drie porties (een portie is +/- 125 g) per dag volstaan. Het is vooral de industrieel toegevoegde fructose die voor problemen kan zorgen. Dat wordt dikwijls gedaan voor het zoeter maken van frisdranken en snoepgoed. Fructose wordt ook vaak toegevoegd aan confituur en hagelslag en aan zoete melkproducten zoals pudding en fruityoghurt, maar ook in sauzen zoals tomatenketchup en currysaus.
Het is moeilijk om fructose in voedingsmiddelen te ontdekken. Je diëtist kan je daarbij helpen. Hij of zij kan aangeven in welke voedingsmiddelen die jij eet mogelijks veel fructose zit en leert je ook hoe je dit zelf kan herkennen op etiketten en verpakkingen van voedingsmiddelen.
Zie ook: https://www.diabetesfonds.nl/minder-suiker/veelgestelde-vragen/wat-is-fructose.