Voedingsadvies ter preventie van baarmoederhalskanker - deel 2

Elke maand geef ik een aantal adviezen rond hetzelfde thema, dezelfde ziekte of aandoening. In de maand januari is dat baarmoederhalskanker. Januari is immers de internationale maand in de strijd tegen baarmoederhalskanker. Meer info daarover vind je via deze koppeling: https://baarmoederhalskanker.bevolkingsonderzoek.be/nl.

Vorige week vertelde ik wat je kan doen om het risico op baarmoederhalskanker te verlagen. Het vermijden van overgewicht op volwassen leeftijd speelt daarin een rol. Vandaag vertel ik je daarover meer. Hoe weet je nu of je overgewicht hebt? 

Een eerste inschatting daarvoor is de body mass index (BMI). Dat is een cijfer dat de verhouding weergeeft van je lichaamsgewicht t.o.v. je lichaamslengte in het kwadraat, dus kg/m². Een gezond gewicht wordt gedefinieerd als een BMI tussen 18.5 kg/m² en 24.9 kg/m². Vanaf een BMI van 25 kg/m² spreken we van overgewicht en vanaf 30 kg/m² is dat ernstig overgewicht of obesitas.  

BMI is niet de enige maat die van belang is. Ook je middelomtrek (buikomtrek) telt mee. Je “middel” is het smalste punt halfweg je onderste rib en je heupbeen. Meestal wordt verwezen naar bepaalde maximumwaarden voor een goede middelomtrek. Voor vrouwen is dat 80 cm en voor mannen 94 cm. Die zijn vrij strak en houden geen rekening met je lichaamslengte.  

In plaats daarvan gebruik ik liever de Ashwell-score. Die is nog niet zo gekend, maar geeft een correctere inschatting van je gezondheidsrisico. Bij deze methode is je middelomtrek liefst kleiner dan de helft van je lichaamslengte. Klik hier om dit gemakkelijk zelf te berekenen. Heb je een middelomtrek die groter is dan 60% van je lichaamslengte (los van je BMI), dan heb je een verhoogd risico op allerlei chronische ziektes, o.a. ook kanker. Dan is het tijd voor actie dus. 

Een aantal aanbevelingen voor het vermijden van overgewicht werden vorige week al gegeven. Volgende week ga ik dieper in op één daarvan. Eens je (ernstig) overgewicht hebt, volstaat dit jammer genoeg niet meer. Dan laat je je best onderzoeken en behandelen door een paramedisch expert in gewichtsproblemen: een diëtist. Let op, een voedingsdeskundige is niet altijd een diëtist (omgekeerd wel)! 

Als het kan, ga je best eerst eens langs bij je huisarts voor een algemeen onderzoek, een bloedanalyse en eventueel een voorschrift of verwijsbrief voor je diëtist. Contacteer dan een diëtist in jouw buurt of maak hier een afspraak.